Wat zijn etalagebenen? Oorzaken, symptomen en de oplossing voor etalagebenen! Denk jij bij etalagebenen aan de slanke benen van een etalagepop? Dan heb jij van deze pijnlijke kwaal vast geen last. Hou dat vooral zo, want etalagebenen zijn echt geen pretje. Waar komt dan die naam vandaan?
Wat zijn etalagebenen?
Je krijgt etalagebenen wanneer de slagaderen in je benen vernauwen door verkalking. Het bloed kan niet langer de zuurstof aanvoeren die je spieren nodig hebben om jou op de been te houden. Je krijgt pijn in je benen, waardoor je vaak moet stilstaan. En dat doen mensen het liefst voor een etalage. Vandaar de naam.
De officiële term voor etalagebenen
Dokters spreken uiteraard niet over etalagebenen, maar over claudicatio intermittens. Het eerste deel van de naam verwijst naar de Romeinse keizer Claudius, die mank liep. Het tweede deel betekent met tussenpozen. Het waren trouwens geen etalagebenen die Claudius deden trekkebenen, maar een aangeboren afwijking.
Hoe ontstaat slagaderverkalking?
Ons bloedvatenstelsel is een ingenieus kanalensysteem van slagaders en aders. De slagaders brengen het bloed vanuit het hart naar onze weefsels en organen. De aders doen het omgekeerde werk: zij voeren het bloed terug naar het hart.
Wanneer het hart klopt, stroomt het bloed onder hoge druk in de slagaders. Deze bloedvaten moeten dus een groot drukverschil opvangen. Daarom zijn de wanden elastisch, en veren ze na elke hartslag terug.
De binnenbekleding van een bloedvat bestaat uit een laag cellen, die men het endotheel noemt. Die laag geeft stoffen af die de elasticiteit van de vaatwand regelen. Functioneert het endotheel niet naar behoren, dan vermindert de elasticiteit. De slagaders worden stijver en de kans op bloedproppen neemt toe. Men spreekt van slagaderverkalking, en etalagebenen zijn de volgende stap.
Etalagebenen symptomen
Etalagebenen zijn als mollen in de tuin. Het probleem is reeds lange tijd aanwezig voor je ze ziet opduiken. De symptomen treden op in je voet, kuit, dijbeen of bil. Daar krijg je een pijnlijke kramp of ervaar je een dof, moe gevoel. Sta je stil – voor een etalage, bijvoorbeeld – dan verdwijnen de klachten. Loop je verder, dan speelt de pijn weer op.
Symptomen etalagebenen herkennen
Artsen onderscheiden vier stappen in de ontwikkeling van etalagebenen symptomen.
Stap 1
Je hebt al een vernauwing, maar je weet het niet. Je hebt immers nergens last van, je vertoont geen symptomen.
Stap 2
Ver stappen lukt niet meer. Met de regelmaat van de klok moeten je benen rusten. Kan je nog meer dan 100 meter stappen? Dan zit je in fase 2A. Lukt ook deze afstand niet meer, dan ben je in fase 2B gesukkeld.
Stap 3
Je benen krijgen onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen aangevoerd. De pijn blijft ook wanneer je rust. Het kan soelaas brengen door op het bed te gaan liggen en je benen over de rand te hangen.
Stap 4
Je krijgt necrose of gangreen. Dit zijn wonden aan je voeten en benen die niet meer genezen.
Om het even samen te vatten: je herkent etalagebenen dus vooral aan pijn, kramp of vermoeidheid in je benen. Ga in dat geval zeker langs bij je arts. Met etalagebenen loop je immers ook meer gevaar op andere hart- en vaatziekten, zoals een infarct of een beroerte. Je huisarts kan jou doorverwijzen naar een specialist voor de juiste behandeling en oefeningen. Wacht niet tot de klachten erger worden. Je wil niet in stap 3 of 4 belanden, want dan loop je acuut gevaar.
Oorzaak etalagebenen
We hebben goed nieuws en slecht nieuws voor je over de oorzaken en risicofactoren etalagebenen. Laten we beginnen met het slechte nieuws.
Etalagebenen worden veroorzaakt door een vernauwing van de slagaders in je benen. Daarbij spelen twee grote boosdoeners een rol: roken en diabetes. Met andere woorden, je levensstijl speelt een belangrijke rol.
Het goede nieuws? Je hebt die levensstijl zelf in de hand. Stop met roken, en je verlaagt gevoelig het dichtslibben van je aderen – en dus de kans op etalagebenen, hartinfarct en beroerte. Ga je ook nog eens meer bewegen, gezonder eten en stress verminderen? Dan ben je helemaal op de goede weg.
De vervelende – en helaas vaak pijnlijke – symptomen van etalagebenen kan je op verschillende manieren verlichten. Met het dragen van steunzooltjes zet je bijvoorbeeld een eenvoudige maar belangrijke stap.
Maar hoe weet je nu of je etalagebenen aan het kweken bent? Daarover lees je meer over op de pagina over symptomen.
Behandelingen etalagebenen
Met etalagebenen kan je geen kant uit. Blijven staan of blijven zitten – geen van beide is een optie. Lang lopen lukt niet door de pijn, blijven zitten evenmin. Lichaamsbeweging is immers essentieel, zeker voor jouw probleem.
Door je etalagebenen ga je wellicht op een andere manier lopen. Je probeert pijn te vermijden en past je looppatroon aan. Dat kost helaas kost meer energie en zuurstof, waardoor je in een neerwaartse spiraal terechtkomt.
De beste etalagebenen behandeling is looptherapie of looptraining
Daarom is het een prima idee om bij de fysiotherapeut aan te kloppen. Hij zet jou op de loopband om je looppatroon aandachtig te bekijken en je conditie te testen. Op basis van die resultaten stelt hij een persoonlijk trainingsschema op. Heb je dat programma met lopen, fietsen en oefeningen onder de knie, dan kan je op eigen houtje aan de slag. Dan is het een kwestie van volhouden om je etalagebenen achter jou te laten.
Etalagebenen operatie
Je krijgt pas een etalagebenen operatie wanneer uit een doppler- en/of duplexonderzoek is gebleken dat de vaten voor minimaal 50% zijn vernauwd. Overigens hebben de meeste mensen nog geen last van klachten als de vernauwing minder ernstig is (maar al wel is ingezet!). Bij het onderzoek zijn de ernst en de lengte van de vernauwing zichtbaar. Het komt vaak voor dat verschillende vernauwingen in dezelfde ader elkaar opvolgen.
Etalagebenen operatie: dotteren
Als het aanpakken van de oorzaken niet voldoende heeft opgeleverd en je hebt etalagebenen in tenminste stadium 2, zal de arts kijken of de ader ‘gedotterd’ kan worden. Bij een dotterbehandeling wordt een vernauwing van de slagader met behulp van een ballonnetje opgerekt. Het oprekken wordt meestal een aantal keren achter elkaar gedaan voor een optimaal resultaat.
Soms blijft de slagaderwand terugveren. Dan wordt er een ‘stent’ geplaatst: een klein buisje dat ervoor zorgt dat de ader opgerekt blijft.
De behandeling duurt ongeveer anderhalf uur en meestal word je kort in het ziekenhuis opgenomen voor een dotterbehandeling bij etalagebenen. Na afloop krijg je bloedverdunners voorgeschreven.
Etalagebenen operatie: bypass
Wanneer dotteren niet mogelijk is, kan een bypassoperatie de enige mogelijkheid zijn. Hiervoor zal eerst een röntgenonderzoek worden gedaan. Bij een bypassoperatie wordt een overbrugging aangelegd voor de vernauwde slagader.
De operatie wordt onder narcose of met een ruggenprik uitgevoerd. Voor de overbrugging – de bypass – wordt een eigen ader gebruikt of een van biologisch materiaal of van kunststof.
Als de operatie achter de rug is, moet je zo snel mogelijk weer gaan lopen.
Risico’s etalagebenen operatie
Iedere operatie brengt risico’s met zich mee. Complicaties kunnen zijn: wondontsteking, trombose, hartinfarct, nabloedingen of afsluiting van de bypass. Eenmaal thuis blijft bewegen belangrijk en moet je bloedverdunners blijven slikken. En natuurlijk zijn niet roken, gezond eten en een gereguleerde bloeddruk van groot belang.
Etalagebenen oefeningen
Je hebt kunnen lezen wat etalagebenen zijn, hoe je eraan komt en wat de symptomen zijn. Maar als je er eenmaal last van hebt, wil je natuurlijk vooral weten hoe je van de pijn afkomt. Daar zijn een aantal etalagebenen oefeningen voor. Je moet namelijk zorgen dat de bloedtoevoer naar de benen verbetert. En de beste manier om dat te doen is: wandelen.
Wandelen en wandeloefeningen zijn de beste etalagebenen oefeningen
Door te wandelen worden de benen weer beter voorzien van bloed en krijgen de spieren meer zuurstof. Daardoor krijg je minder snel klachten en kun je langere afstanden gaan lopen.
Wandel een stukje, net zolang totdat je klachten krijgt maar blijf dan nog zo’n tien meter doorlopen. Rust dan net zolang uit totdat de klachten weer zijn verdwenen. Herhaal dit nog een paar keer en hou het ongeveer 15 tot 30 minuutjes vol.
Was dat alles? Eigenlijk wel. Het is belangrijk om deze oefening dagelijks of in elk geval drie keer per week te doen voor minimaal zes maanden. Het kan echt wel een paar weken duren voordat je merkt dat je minder klachten krijgt maar dat is een kwestie van volhouden. Maak van wandelen dus een gewoonte en geniet ervan!
Looptraining bij fysiotherapeut
In sommige gevallen adviseert de arts om eerst in looptraining te gaan bij een fysiotherapeut. Als je merkt dat je anders bent gaan lopen omdat je pijn hebt aan je benen, is dit zeker aan te raden. Een fysiotherapeut kan je adviseren hoe je je looppatroon kunt verbeteren en zal je waarschijnlijk ook steunzolen aanbevelen. Dit hoeven geen dure aangemeten zooltjes te zijn maar standaard steunzolen tegen overpronatie zorgen al voor de juiste ondersteuning zodat je voeten stevig staan en je lekkerder kunt lopen.
Steunzooltjes: de ideale aanvullende behandeling
Je looppatroon verbetert ook opmerkelijk met steunzolen. Deze wondermiddeltjes ondersteunen je voetboog, waardoor je voeten in de juiste stand gaan staan. Zo herval je niet in je vroegere ongezonde looppatroon.
Behandeling met medicijnen
Indien nodig zal je arts ook bloedverdunners voorschrijven, om bloedstolling tegen te gaan. Is je beenslagader ernstig vernauwd? Dan is een operatie noodzakelijk, en gaat de chirurg dotteren of een bypass plaatsen.