Hoor jij tot die bijzondere groep mensen die écht wil weten hoe het zit met de tibialis anterior en waarom je plantaire fascie zo belangrijk is voor je voeten, dit is je moment 🙂
Hieronder vind je het complete overzicht – van elk botje tot elke spier, allemaal met hun specifieke taak. Het is fascinerend om te zien hoe elk onderdeel zijn eigen rol speelt in het complexe, bijzondere systeem dat ervoor zorgt dat je kunt lopen, rennen, springen en dansen.
Inhoudsopgave
De 26 botten van je voet
Voorvoet (14 botten)
Zorgt voor afzet, balans en grip. De tenen geven je stabiliteit en helpen bij het voortstuwen tijdens het lopen.
Tenen (falanges) – 14 stuks
- Grote tenen: elk 2 teenkootjes: afzetten en balans
- Overige 4 tenen: elk 3 teenkootjes: grip en evenwicht
Middenvoetsbeentjes (metatarsalia) – 5 stuks
Verdelen je lichaamsgewicht gelijkmatig over de voet en vormen de basis voor een krachtige afzet.
- Eerste middenvoetsbeentje – bij afzetten
- Tweede middenvoetsbeentje – stabiliteit
- Derde middenvoetsbeentje – verdeling gewicht
- Vierde middenvoetsbeentje – stabiliteit buitenzijde voet
- Vijfde middenvoetsbeentje – balans en steun buitenrand voet
Middenvoet (5 botten)
Vormt de stevige basis van je voetboog en zorgt voor schokdemping. Deze botten verdelen krachten tussen voor- en achtervoet en geven je voet die karakteristieke boogvorm voor optimale gewichtsverdeling.
Voetwortelbeentjes (tarsalia)
- Wigbeentje mediaal (cuneiforme mediale) – binnenboog ondersteuning
- Wigbeentje intermediair (cuneiforme intermedium) – stabiliteit middenvoet
- Wigbeentje lateraal (cuneiforme laterale) – buitenrand ondersteuning
- Kubiekbeentje (os cuboideum) – laterale boog en schokdemping
- Scheepvormig been (os naviculare) – belangrijkste steunpunt voetboog
Achtervoet (2 botten)
Vangt schokken op bij landing en zorgt voor de verbinding tussen voet en onderbeen. Het hielbeen absorbeert impact, het sprongbeen maakt draai- en kantelbewegingen mogelijk.
- Hielbeen (calcaneus) – schokabsorptie en aanhechting van de achillespees
- Sprongbeen (talus) – verbinding met onderbeen, draai- en kantelbewegingen
De 33 gewrichten
Grote gewrichten (7 stuks)
Maken de hoofdbewegingen mogelijk: voet op/neer, in/uit kantelen, en flexibiliteit voor terreinaanpassing.
- Bovenste spronggewricht (art. talocruralis) – op/neer buigen voet
- Onderste spronggewricht (art. subtalaris) – in/buitenwaarts kantelen
- Chopart-gewricht (art. transversa tarsi) – dwarse voetflexibiliteit – belangrijke rol bij de beweging en stabiliteit van de voet tijdens het lopen
- Lisfranc-gewrichten (tarsometatarsale gewrichten) – aanpassing van de voorvoet aan ondergrond
- Metatarsofalangeale gewrichten (5 stuks) – tenen buigen, strekken en spreiden
Kleine gewrichten (26 stuks)
Zorgen voor fijnmotoriek en micro-aanpassingen, zodat je voet zich kan aanpassen aan elk oppervlak.
- Interfalangeale gewrichten van de tenen – fijnmotoriek tenen
- Intertarsale gewrichten – voetboog flexibiliteit
- Intermetatarsale gewrichten – voorvoet aanpassing aan de ondergrond – spelen een rol in de stabiliteit en beweging van de voet.

De 100+ spieren, pezen en banden
Intrinsieke voetspieren (in de voet zelf)
Zorgen voor de fijne controle, teenspreiding, grip en ondersteuning van de voetboog van binnenuit.
Plantaire laag 1 (oppervlakkig)
- Korte teenbuiger (flexor digitorum brevis) – teen 2-5 kunnen buigen voor grip
- Korte grote teenbuiger (flexor hallucis brevis) – grote teen buigen voor afzet
- Kleine teenbuiger (abductor digiti minimi) – kleine teen van anderen wegbuigen
- Grote teenafbuiger (abductor hallucis) – grote teen naar binnen trekken
Plantaire laag 2
- Vierkante voetzoolspier (quadratus plantae) – helpt bij het buigen van met name de vier kleine tenen
- Wormvormige spieren (lumbricals) – 4 stuks – tenen buigen en spreiden, ondersteunen bij een soepele gang
Plantaire laag 3
- Korte grote teenstrekker (adductor hallucis) – grote teen naar binnen bewegen voor stabiliteit
- Kleine teenbuiger (flexor digiti minimi brevis) – kleine teen buigen
Plantaire laag 4 (diepste)
- Tussenbeen(skelet)spieren (interossei) – 7 stuks – tenen spreiden en naar elkaar trekken
Rug(boven)zijde voet
- Korte teenstrekker (extensor digitorum brevis) – teen 2-4 omhoog trekken
- Korte grote teenstrekker (extensor hallucis brevis) – grote teen omhoog voor loopgang
Extrinsieke voetspieren (vanuit onderbeen)
Leveren de grote kracht voor lopen, rennen en springen. Zorgen voor op/neer bewegen en in/uit kantelen van de voet.
Voor
- Voorste scheenbeenspier (tibialis anterior) – voet omhoog en naar binnen
- Lange grote teenstrekker (extensor hallucis longus) – grote teen strekken en voet heffen
- Lange teenstrekker (extensor digitorum longus) – tenen strekken voor contact ondergrond
- Derde kuitbeenspier (fibularis tertius) – voet heffen en naar buiten draaien
Midden
- Lange kuitbeenspier (fibularis longus) – voet naar buiten draaien en voetboog ondersteuning
- Korte kuitbeenspier (fibularis brevis) – voet naar buiten kantelen
Achter
- Kuitspier (gastrocnemius) – explosieve afzet en springen
- Scholspier (soleus) – stabiliseren van het onderbeen bij staan en lopen. Wist je dat de scholspier ook wel “het tweede hart” wordt genoemd omdat het helpt bij het terugpompen van bloed vanuit de benen naar het hart, de zogenaamde spierpomp
- Musculus plantaris – lichte ondersteuning bij afzet
Diepe achterste compartiment
- Achterste scheenbeenspier (tibialis posterior) – hoofdsteun voetboog
- Lange teenbuiger (flexor digitorum longus) – tenen buigen voor grip op ondergrond
- Lange grote teenbuiger (flexor hallucis longus) – grote teen krachtig buigen voor afzet
Belangrijke pezen
Verbinden spieren met botten en zorgen voor krachtoverbrenging. Zonder je pezen geen beweging.
- Achillespees (dikste pees van het lichaam!) – krachtoverbrenging voor afzet en springen
- Plantaire fascie (voetboogsteun) – voetboog in vorm houden en schokabsorptie
- Peroneus longus pees – dwarse voetboog ondersteuning
- Tibialis posterior pees – belangrijkste voetboog stabilisator
- Flexor hallucis longus pees – grote teen kracht voor afzet
Belangrijke banden
Verbinden bot met bot en zorgen voor stabiliteit en het bij elkaar houden van gewrichten.
Laterale enkelbanden
- Voorste talusfibulaire band – voorkomt voorwaartse enkelverzwiking
- Achterste talusfibulaire band – voorkomt achterwaartse instabiliteit
- Calcaneofibulaire band – voorkomt zijwaarts omklappen van de enkel
Mediale enkelbanden (deltoidband)
- Tibiotalaire band – mediale enkelstabiliteit
- Tibionaviculaire band – voorkomt binnenzijde instabiliteit
- Tibiocalcaneale band – ondersteunt mediale kant enkel
Voetboogondersteunende banden
- Lange plantaire band – hoofdsteun lengtegewelf
- Korte plantaire band – diepe boogondersteuning
- Lente band (calcaneonaviculaire band) – elastische boogondersteuning bij impact
Het verschil tussen spieren, pezen en banden:
Spieren – trekken samen en ontspannen (maken beweging)
Pezen – verbinden spier met bot (overbrengen kracht)
Banden – verbinden bot met bot (geven stabiliteit)

Je voeten zitten vol verrassingen
- Voeten zijn uniek: Je voetafdruk is net zo uniek als je vingerafdruk – geen twee mensen hebben dezelfde voetafdrukken
- Baby’s hebben 300 botten: Pasgeborenen hebben veel meer zacht kraakbeen dat later verhardt tot bot – daarom hebben baby’s van nature platvoeten
- Je grote teen doet het meeste werk: 40% van je lichaamsgewicht rust op je grote teen bij het afzetten tijdens het lopen
- Voeten kunnen voorspellen: Podologen kunnen aan je voeten zien of je diabetes (verminderd gevoel in tenen), mogelijk hartproblemen (chronisch koude voeten) of doorbloedingsstoornissen (witte tenen bij kou) hebt
- Je Linker- en rechtervoet kunnen verschillen: 60% van de mensen heeft een linkervoet die groter is dan de rechter
- Vrouwen hebben 4x meer voetproblemen: De meest voorkomende oorzaak? Jarenlang dragen van hoge hakken en smalle schoenen (hoe mooi ze ook zijn)
- Voeten ‘voelen’ mee: Er zitten meer zenuwuiteinden in je voeten dan in je gezicht – daarom voelen voetmassages zo goed!
- Marathonlopers verliezen teennagels: Bij extreme afstanden kan de constante druk ervoor zorgen dat teennagels loslaten
- Voeten hebben hun eigen ‘vingerafdruk’: De manier waarop je loopt (je gangpatroon) is zo uniek dat het gebruikt wordt in forensisch onderzoek
- Een kwart van al je botten: 25% van alle botten in je lichaam zitten in je voeten
- Voeten voorspellen het weer: Veel mensen voelen weersveranderingen in hun voeten door drukveranderingen
- Kietelen is evolutionair: De kieteligheid van voeten is een overblijfsel van onze beschermingsreflex tegen gevaarlijke insecten
Nu begrijp je waarom goede ondersteuning zo belangrijk is
Als je dit allemaal hebt gelezen, snap je waarom je voeten soms protesteren. Met 26 botten, 33 gewrichten en meer dan 100 spieren en pezen die dag in dag uit samenwerken, is het eigenlijk een klein wonder dat het meestal zo goed gaat!
Al die botjes, spieren en gewrichten kunnen baat hebben bij de juiste ondersteuning.. Footlogics inlegzolen zijn ontwikkeld om je voetboog, gewrichten en spieren optimaal te ondersteunen, zodat ze hun werk kunnen blijven doen en overbelasting kunnen voorkomen
Benieuwd welke steunzolen het beste bij jouw voeten passen? Raadpleeg onze steunzool kiezer of neem gerust contact met ons op. Ik adviseer je met plezier want nu je weet hoe complex je voeten zijn, wil je ze natuurlijk ook de beste zorg geven 🙂